1 Korinthe 13:9-13

SV

9Want wij kennen ten dele, en wij profeteren ten dele;
10Doch wanneer het volmaakte zal gekomen zijn, dan zal hetgeen ten dele is, te niet gedaan worden.
11Toen ik een kind was, sprak ik als een kind, was ik gezind als een kind, overlegde ik als een kind; maar wanneer ik een man geworden ben, zo heb ik te niet gedaan hetgeen eens kinds was.
12Want wij zien nu door een spiegel in een duistere rede, maar alsdan zullen wij zien aangezicht tot aangezicht; nu ken ik ten dele, maar alsdan zal ik kennen, gelijk ook ik gekend ben.
13En nu blijft geloof, hoop en liefde, deze drie; doch de meeste van deze is de liefde.

KJV

9For we know in part, and we prophesy in part.
10But when that which is perfect is come, then that which is in part shall be done away.
11When I was a child, I spake as a child, I understood as a child, I thought as a child: but when I became a man, I put away childish things.
12For now we see through a glass, darkly; but then face to face: now I know in part; but then shall I know even as also I am known.
13And now abideth faith, hope, charity, these three; but the greatest of these is charity.
Helaas geen NBV vertaling meer. Binnen de huidige voorwaarden van het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap is dit momenteel niet toegestaan.

Suggesties voor alternatieven zijn welkom via het feedback formulier.