1 Samuel 5:2-4

SV

2En de Filistijnen namen de ark Gods, en zij brachten ze in het huis van Dagon, en stelden ze bij Dagon.
3Maar als die van Asdod des anderen daags vroeg opstonden, ziet, zo was Dagon op zijn aangezicht ter aarde gevallen voor de ark des HEEREN. En zij namen Dagon en zetten hem weder op zijn plaats.
4Toen zij nu des anderen daags des morgens vroeg opstonden, ziet, Dagon lag op zijn aangezicht ter aarde gevallen voor de ark des HEEREN; maar het hoofd van Dagon, en de beide palmen zijner handen afgehouwen, aan den dorpel; alleenlijk was Dagon daarop overgebleven.

KJV

2When the Philistines took the ark of God, they brought it into the house of Dagon, and set it by Dagon.
3And when they of Ashdod arose early on the morrow, behold, Dagon was fallen upon his face to the earth before the ark of the LORD. And they took Dagon, and set him in his place again.
4And when they arose early on the morrow morning, behold, Dagon was fallen upon his face to the ground before the ark of the LORD; and the head of Dagon and both the palms of his hands were cut off upon the threshold; only the stump of Dagon was left to him.
Helaas geen NBV vertaling meer. Binnen de huidige voorwaarden van het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap is dit momenteel niet toegestaan.

Suggesties voor alternatieven zijn welkom via het feedback formulier.