SV
9En zij zeide tot haar man: Zie nu, ik heb gemerkt, dat deze man Gods heilig is, die bij ons altoos doortrekt.
10Laat ons toch een kleine opperkamer van een wand maken, en laat ons daar voor hem zetten een bed, en tafel, en stoel, en kandelaar; zo zal het geschieden, wanneer hij tot ons komt, dat hij daar inwijke.
Deze bijbeltekst is ontleend aan aan de Staten Vertaling van 1637
KJV
9And she said unto her husband, Behold now, I perceive that this is an holy man of God, which passeth by us continually.
10Let us make a little chamber, I pray thee, on the wall; and let us set for him there a bed, and a table, and a stool, and a candlestick: and it shall be, when he cometh to us, that he shall turn in thither.
Deze bijbeltekst is ontleend aan aan de King James Version