SV
11Dewijl dan deze dingen alle vergaan, hoedanigen behoort gij te zijn in heiligen wandel en godzaligheid!
12Verwachtende en haastende tot de toekomst van den dag Gods, in welken de hemelen, door vuur ontstoken zijnde, zullen vergaan, en de elementen brandende zullen versmelten.
13Maar wij verwachten, naar Zijn belofte, nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, in dewelke gerechtigheid woont.
14Daarom, geliefden, verwachtende deze dingen, benaarstigt u, dat gij onbevlekt en onbestraffelijk van Hem bevonden moogt worden in vrede;
Deze bijbeltekst is ontleend aan aan de Staten Vertaling van 1637
KJV
11Seeing then that all these things shall be dissolved, what manner of persons ought ye to be in all holy conversation and godliness,
12Looking for and hasting unto the coming of the day of God, wherein the heavens being on fire shall be dissolved, and the elements shall melt with fervent heat?
13Nevertheless we, according to his promise, look for new heavens and a new earth, wherein dwelleth righteousness.
14Wherefore, beloved, seeing that ye look for such things, be diligent that ye may be found of him in peace, without spot, and blameless.
Deze bijbeltekst is ontleend aan aan de King James Version