SV
21Toen riep ik aldaar een vasten uit aan de rivier Ahava, opdat wij ons verootmoedigden voor het aangezicht onzes Gods, om van Hem te verzoeken een rechten weg, voor ons, en voor onze kinderkens, en voor al onze have.
23Alzo vastten wij; en verzochten zulks van onzen God; en Hij liet zich van ons verbidden.
Deze bijbeltekst is ontleend aan aan de Staten Vertaling van 1637