SV
13Even op dienzelfden dag ging Noach, en Sem, en Cham, en Jafeth, Noachs zonen, desgelijks ook Noachs huisvrouw, en de drie vrouwen zijner zonen met hem in de ark;
22Al wat een adem des geestes des levens in zijn neusgaten had, van alles wat op het droge was, is gestorven.
Deze bijbeltekst is ontleend aan aan de Staten Vertaling van 1637