SV
11En de scharen, ziende, hetgeen Paulus gedaan had, verhieven hun stemmen, en zeiden in het Lycaonisch: De goden zijn den mensen gelijk geworden, en tot ons nedergekomen.
12En zij noemden Barnabas Jupiter, en Paulus Mercurius, omdat hij het woord voerde.
13En de priester van Jupiter, die voor hun stad was, als hij ossen en kransen aan de voorpoorten gebracht had, wilde hij offeren met de scharen.
Deze bijbeltekst is ontleend aan aan de Staten Vertaling van 1637