SV
8En des anderen daags, Paulus en wij, die met hem waren, gingen van daar en kwamen te Cesarea; en gegaan zijnde in het huis van Filippus, den evangelist (die een was van de zeven), bleven wij bij hem.
9Deze nu had vier dochters, nog maagden, die profeteerden.
10En als wij daar vele dagen gebleven waren, kwam er een zeker profeet af van Judea, met name Agabus;
11En hij kwam tot ons, en nam den gordel van Paulus, en zichzelven handen en voeten gebonden hebbende, zeide: Dit zegt de Heilige Geest: Den man, wiens deze gordel is, zullen de Joden alzo te Jeruzalem binden, en overleveren in de handen der heidenen.
Deze bijbeltekst is ontleend aan aan de Staten Vertaling van 1637