SV
2Alle rank, die in Mij geen vrucht draagt, die neemt Hij weg; en al wie vrucht draagt, die reinigt Hij, opdat zij meer vrucht drage.
3Gijlieden zijt nu rein om het woord, dat Ik tot u gesproken heb.
Deze bijbeltekst is ontleend aan aan de Staten Vertaling van 1637
KJV
2Every branch in me that beareth not fruit he taketh away: and every branch that beareth fruit, he purgeth it, that it may bring forth more fruit.
3Now ye are clean through the word which I have spoken unto you.
Deze bijbeltekst is ontleend aan aan de King James Version