Lukas 18:1-8

SV

1En Hij zeide ook een gelijkenis tot hen, daartoe strekkende, dat men altijd bidden moet, en niet vertragen;
2Zeggende: Er was een zeker rechter in een stad, die God niet vreesde, en geen mens ontzag.
3En er was een zekere weduwe in dezelfde stad, en zij kwam tot hem, zeggende: Doe mij recht tegen mijn wederpartij.
4En hij wilde voor een langen tijd niet; maar daarna zeide hij bij zichzelven: Hoewel ik God niet vreze, en geen mens ontzie;
5Nochtans, omdat deze weduwe mij moeilijk valt, zo zal ik haar recht doen, opdat zij niet eindelijk kome, en mij het hoofd breke.
6En de Heere zeide: Hoort, wat de onrechtvaardige rechter zegt.
7Zal God dan geen recht doen Zijn uitverkorenen, die dag en nacht tot Hem roepen, hoewel Hij lankmoedig is over hen?
8Ik zeg u, dat Hij hun haastelijk recht doen zal. Doch de Zoon des mensen, als Hij komt, zal Hij ook geloof vinden op de aarde?

KJV

1And he spake a parable unto them to this end, that men ought always to pray, and not to faint;
2Saying, There was in a city a judge, which feared not God, neither regarded man:
3And there was a widow in that city; and she came unto him, saying, Avenge me of mine adversary.
4And he would not for a while: but afterward he said within himself, Though I fear not God, nor regard man;
5Yet because this widow troubleth me, I will avenge her, lest by her continual coming she weary me.
6And the Lord said, Hear what the unjust judge saith.
7And shall not God avenge his own elect, which cry day and night unto him, though he bear long with them?
8I tell you that he will avenge them speedily. Nevertheless when the Son of man cometh, shall he find faith on the earth?
Helaas geen NBV vertaling meer. Binnen de huidige voorwaarden van het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap is dit momenteel niet toegestaan.

Suggesties voor alternatieven zijn welkom via het feedback formulier.