SV
10Nu dan, gij koningen, handelt verstandiglijk; laat u tuchtigen, gij rechters der aarde!
11Dient den HEERE met vreze, en verheugt u met beving.
12Kust den Zoon, opdat Hij niet toorne, en gij op den weg vergaat, wanneer Zijn toorn maar een weinig zou ontbranden. Welgelukzalig zijn allen, die op Hem betrouwen.
Deze bijbeltekst is ontleend aan aan de Staten Vertaling van 1637