Romeinen 10:8-13

SV

8Maar wat zegt zij? Nabij u is het Woord, in uw mond en in uw hart. Dit is het Woord des geloofs, hetwelk wij prediken.
9Namelijk, indien gij met uw mond zult belijden den Heere Jezus, en met uw hart geloven, dat God Hem uit de doden opgewekt heeft, zo zult gij zalig worden.
10Want met het hart gelooft men ter rechtvaardigheid en met den mond belijdt men ter zaligheid.
11Want de Schrift zegt: Een iegelijk, die in Hem gelooft, die zal niet beschaamd worden.
12Want er is geen onderscheid, noch van Jood noch van Griek; want eenzelfde is Heere van allen, rijk zijnde over allen, die Hem aanroepen.
13Want een iegelijk, die den Naam des Heeren zal aanroepen, zal zalig worden.

KJV

8But what saith it? The word is nigh thee, even in thy mouth, and in thy heart: that is, the word of faith, which we preach;
9That if thou shalt confess with thy mouth the Lord Jesus, and shalt believe in thine heart that God hath raised him from the dead, thou shalt be saved.
10For with the heart man believeth unto righteousness; and with the mouth confession is made unto salvation.
11For the scripture saith, Whosoever believeth on him shall not be ashamed.
12For there is no difference between the Jew and the Greek: for the same Lord over all is rich unto all that call upon him.
13For whosoever shall call upon the name of the Lord shall be saved.
Helaas geen NBV vertaling meer. Binnen de huidige voorwaarden van het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap is dit momenteel niet toegestaan.

Suggesties voor alternatieven zijn welkom via het feedback formulier.